Dermatoloog Martijn van Doorn over Biosimilars
Van onze hoofdredactrice: Nicole Paehlig
Biologicals & biosimilars
Sinds een paar jaar zijn ze op de markt: biosimilars, oftewel de nagemaakte versies van de biologicals. Wat zijn de verschillen tussen de oorspronkelijke en de gekopieerde middelen? En wat zijn de overeenkomsten? We vroegen het dermatoloog en klinisch farmacoloog Martijn van Doorn, werkzaam in het Erasmus MC in Rotterdam.
'Er zit weinig verschil tussen de biologicals en hun biosimilars,' zegt Van Doorn, 'maar de moleculen zijn niet volledig identiek. Na het verlopen van het patent van een biological mogen andere farmaceuten het middel gaan namaken. Maar biologicals bestaan uit zulke complexe moleculen dat het onmogelijk is om precies hetzelfde medicijn te krijgen. Wel hebben de geregistreerde biosimilars dezelfde effectiviteit en veiligheid als de oorspronkelijke middelen. En dat terwijl ze vaak veel goedkoper zijn, omdat de ontwikkelingskosten lager zijn dan voor de oorspronkelijke middelen.
'Overigens zijn daar wel vragen over geweest, of de biosimilars inderdaad net zo goed werken en net zo veilig zijn als de oorspronkelijke middelen. Maar ook biosimilars zijn uitgebreid onderzocht, en uit die onderzoeken is dit duidelijk gebleken. Wel geldt voor biosimilars een kortere registratieprocedure dan voor biologicals, met meer focus op de preklinische onderzoeken. Als uit dit onderzoek, onder andere op cellen en proefdieren, is gebleken dat een biosimilar dezelfde eigenschappen als het oorspronkelijke middel heeft, dan is er vervolgens nog maar één grote studie met patiënten nodig. Dat patiëntenonderzoek wordt gedaan voor minimaal één aandoening/indicatie, terwijl deze middelen vaak bij verschillende aandoeningen worden voorgeschreven. Niet alleen bij psoriasis en reuma, maar bijvoorbeeld ook bij de ziekte van Crohn. Zijn de resultaten van het patiëntenonderzoek goed, dan mag het middel ook worden toegepast voor de behandeling van die andere aandoeningen.'
In prijs verlaagd
Dat biosimilars veel goedkoper zijn dan biologicals, is trouwens niet meer per se het geval. 'Dit was oorspronkelijk wel de bedoeling, maar recente ontwikkelingen hebben hier verandering in gebracht,' vertelt Van Doorn.
'Bij psoriasis en artritis psoriatica zijn er nu vijf biosimilars die wij kunnen voorschrijven: Benepali® en Erelzi® als alternatief voor de biological Enbrel® (stofnaam etanercept), en Remsima®, Flixabi® en Inflectra® als alternatief voor de biological Remicade® (stofnaam infliximab). Toen Benepali® op de markt kwam, heeft de fabrikant van Enbrel® zoveel korting gegeven aan de ziekenhuizen dat het middel nu goedkoper is dan de biosimilars. Hierdoor is er voor de behandelend artsen vaak geen reden om hun patiënten over te laten stappen op de biosimilar. En omdat ze al veel ervaring hebben met Enbrel® doen ze dit nog minder snel.'
De fabrikant van de biological Humira® (stofnaam adalimumab) heeft de prijsverlaging nog verder doorgevoerd. Van Doorn: 'Die heeft afgelopen oktober, toen het patent verliep, volgens een bericht in NRC Handelsblad de prijs van Humira® met maar liefst 80% verlaagd. Daardoor kost dit medicijn niet meer gemiddeld € 15.000,- per patiënt per jaar, maar om en nabij de € 3.000,-. Dat is zo goedkoop dat de alternatieven voor Humira®, de biosimilars, geen kans maken om te worden voorgeschreven.
'Als artsen zijn we daar natuurlijk heel blij mee, dat biologicals zo veel goedkoper worden. Je hebt als ziekenhuis een beperkt budget, en hoe goedkoper de medicijnen, hoe meer patiënten je ermee kunt behandelen. Maar hoe zit het op de lange termijn? Als het niet meer loont voor fabrikanten van biosimilars om de oorspronkelijke middelen na te maken en ze dus niet meer gaan investeren in de ontwikkeling van nieuwe biosimilars, dan wordt de concurrentie als het ware een halt toegeroepen. Dat wordt pas echt vervelend als de fabrikant van het oorspronkelijke middel zou besluiten om de prijs weer te verhogen. Maar we moeten niet op de feiten vooruitlopen. Voor nu is het heel positief dat de biologicals goedkoper worden. Daarnaast zijn er dus de goedkope biosimilars die we voorschrijven. Op dit moment zijn dat vooral Remsima®, Flixabi® en Inflectra®, want het oorspronkelijke middel Remicade® is niet veel in prijs verlaagd.
'Maar het goedkoopst van alle biologicals en biosimilars voor de behandeling van psoriasis is momenteel Humira®. Mede vanwege het kostenaspect is Humira® daarom vaak het middel van eerste keus. Werkt dit middel niet goed of verdraagt iemand geen anti-TNF-therapie, wat Humira® natuurlijk is, dan pas schrijven we een andere biological of biosimilar voor.'
Nocebo-effect
Van Doorn vertelt dat er onlangs nieuw literatuuronderzoek (een systematic review) is gedaan naar het overstappen van een biological op een biosimilar. Hieruit is gebleken dat meer mensen het medicijngebruik staken na de switch. Meer dan in dubbelblinde studies, waarin zowel de patiënt als de arts niet weet óf er met het oorspronkelijke middel of de biosimilar wordt behandeld. 'Er lijkt sprake te zijn van het zogeheten nocebo-effect: als mensen veronderstellen dat de kopie van een middel minder effectief en veilig is, dan kan dit ook zo worden ervaren. Dat geldt ook voor de behandeld artsen. Als die twijfels hebben over een biosimilar en die twijfels overbrengen aan hun patiënten, dan werkt de biosimilar mogelijk minder goed. Terwijl dus uit alle studies naar voren is gekomen dat biologicals en biosimilars vergelijkbaar zijn, zowel wat betreft effectiviteit als veiligheid. In ons ziekenhuis zien we in de praktijk geen verschil tussen de oorspronkelijke middelen en de biosimilars. Maar misschien speelt mee dat wij op de afdeling Dermatologie veel vertrouwen hebben in de biosimilars.'
'Uit alle geblindeerde klinische studies is naar voren gekomen dat de oorspronkelijke biologicals en hun biosimilars even effectief en veilig zijn'
Martijn van Doorn